Morele smetvrees
Wat zou jij doen als je een psychische aandoening hebt? Erover vertellen of niet? En hoe open ben je dan?
Ik heb me dit al duizend keer afgevraagd. En dat blijf ik doen, want het is een kenmerk van wie ik ben. Daar wil ik nu open over zijn.
Ik ben Jeroen. Ik ben al mijn hele leven gevoelig voor angst, depressie en impulsiviteit. In 2022 kreeg ik te horen dat ik een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS, of OCD in het Engels) heb. Een dwangstoornis dus.
“Dus jij wast tig keer per dag je handen?”
Nee.
“Dus je moet per se alles recht leggen?”
Nein.
“Moet je alles in precies dezelfde volgorde doen?”
Nope.
“Vermijd je dan angstvallig bepaalde geuren, kleuren of cijfers?”
Ook niet.
In het hoofd
Dwang kent vele vormen. Bij mij speelt het zich vooral af in het hoofd.
Het is de combinatie van een verstikkend verantwoordelijkheidsbesef, een chronisch gevoel van schuld en zelfverwijt, en een bijna constante angst voor wat er door mijn fout zou kunnen gebeuren.
Je kunt het ook morele smetvrees noemen. Het komt erop neer dat ik niet kan uitstaan dat ik fouten maak — en nog ga maken. Tegelijk ben ik vaak obsessief bezig met het voorkomen of goedmaken van fouten. Zowel in de werk- als privésfeer.
Ik pieker doorlopend over beschamende dingen of meer onschuldige stommiteiten, vaak van jaren geleden. Situaties op school, tijdens werk of in persoonlijk contact met anderen, herbeleef ik in mijn hoofd alsof ze gisteren gebeurd zijn. Loslaten vind ik moeilijk. En als ik het probeer, voelt het alsof ik me er te makkelijk van af maak.
Dan voel ik me een bedrieger; iemand die de dwangstoornis als slap excuus gebruikt om z’n incompetente en immorele gedrag te verbloemen. Ook wel bekend als imposter OCD.
Ik voel ook vaak angst voor wat er zou kunnen gebeuren, door fouten of slordigheden van kort of al heel lang geleden. Dan raak ik verstrikt in denken aan de meest verschrikkelijke doemscenario’s. Van ernstige datalekken en heel veel geld moeten terugbetalen, tot afgewezen worden door familie, vrienden en de rest van mijn omgeving.
Vind je dat overdreven? Snap ik, want dat is het ook. Verstandelijk weet ik dit. Maar gevoelsmatig is het amper te verdragen. Daar reageer ik op met vooral dwanggedachten, om maar de onrust weg te nemen. Compulsies dus.
Ik voel bijvoorbeeld sterk de neiging om fouten en twijfels weg te poetsen. Dat doe ik door steeds van alles te willen checken. Zoals mijn administratie, gesprekken via e-mail en herinneringen in m’n hoofd. Ik speel ook eindeloos situaties en ethische discussies in m’n hoofd af. Of ik vraag meerdere keren om bevestiging bij iemand, als ik ergens over twijfel.
Soms voel ik me zó schuldig om een naar mijn mening onvergeeflijke fout, dat ik vind dat ik het tot in detail moet delen met anderen. Een soort biechtdwang dus. Anders kunnen zij niet oordelen of ik wel echt een goed mens ben. (Misschien is de tekst die je nu leest, ook één grote compulsie. Dat maakt dwang zo verraderlijk.)
Vals alarm
Het frustrerende is: toegeven aan dwanghandelingen en -gedachten maakt het alleen maar erger. De kunst is om de aanwezigheid van onzekerheid of een fout te verdragen; om geen zekerheid te zoeken in dingen checken, navragen of oplossen. Ook al voelt dit alsof je dan heel slecht en onverantwoord bezig bent, en al het onheil over je afroept.
Menno Oosterhoff is een psychiater die mensen met een dwangstoornis behandelt. Saillant detail: hij heeft zélf ook een dwangstoornis. Ik beluisterde eens een podcast. Daarin vergeleek hij het onrustige gevoel van iemand met dwang, met wegrijden in je auto bij de benzinepomp. Terwijl je op het dak van de auto je portemonnee hebt laten liggen. Met daarin al je pasjes en een papiertje met de wachtwoorden van al je accounts.
Dat gevoel dus. De hele dag. Probeer dan maar eens rustig te blijven.
Over zijn ervaringen als behandelaar van – en patiënt met een dwangstoornis schreef hij het boek Vals alarm. Oosterhoff schreef ook het boek Ik zie anders niks aan je, over psychische aandoeningen in het algemeen. Beide boeken hielpen me om een psychische aandoening te ontdoen van de schuldvraag. Om te zien dat je geen schuld hebt aan, maar verantwoordelijkheid voor.
Oosterhoff omschrijft het treffend: “It’s a disease, not a decision. Het is niet stom van je, maar stom voor je.”
Het goede nieuws
Angst, en gevoelens van schaamte en schuld zijn er dagelijks. Toch blijf ik functioneren. Niet met een slim trucje, maar door te vallen en opstaan. En opnieuw, en opnieuw.
Dankzij medicatie, professionele hulp en psycho-educatie (podcasts en boeken genoeg) leer ik om dwang te herkennen, begrijpen en relativeren.
In beweging blijven helpt ook. Onder de mensen komen. Dingen doen. Afleiding zoeken. Zo ontstaat er ruimte voor mijn sterke kanten en werklust. Daarom heb ik ook m’n werk als freelance redacteur en tekstschrijvende contentspecialist weer opgepakt.
En de dwang? Die blijft loeren op de achtergrond, klaar om te veroordelen en betwijfelen. Te beginnen met deze blogpost.
Want wat moet m’n omgeving nu wel niet denken? Hoe leg ik dit aan m’n kinderen uit? Nemen opdrachtgevers me serieus als ik dit vertel? Kom ik nog wel aan werk? Zien mensen me nu als een idioot? Ben ik niet gewoon een ordinaire leugenaar die de boel nu vreselijk aandikt?
Tja, het zou zomaar kunnen.
Maar van schaamte wordt sowieso geen mens beter.
Naast OCS heb ik een autismespectrumstoornis. En een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Ook dit kreeg ik in 2022 te horen. We zijn als maatschappij steeds meer open over psychische kwetsbaarheid. Die trend van openheid helpt mij om dit out in the open te gooien. En wie weet helpt het ook jou om er open over te zijn. Op een moment en manier die jij prettig vindt. Een psychische aandoening kan iedereen raken. Hoe je er ook mee omgaat: mijn steun heb je.