Toegankelijke taal versimpelt niet, maar opent

Geplaatst op 3 december 2025, in Opvattingen over content Laatste update: 3 december 2025

Bijna iedereen kan deze tekst lezen. Ook mensen die lezen en schrijven moeilijk vinden. Ik bedoel nu niet deze blog, maar een artikel van NRC. De strekking van het artikel: bijna 3 miljoen Nederlanders vinden het lastig om te lezen, schrijven, rekenen of werken met de computer.

NRC deelde dit artikel op LinkedIn. Dan kun je er de klok op gelijkzetten: kritische reacties over dat taal toegankelijker maken zorgwekkend is. Want het zou de leesvaardigheid van mensen niet ten goede komen.

En ik snap ze, maar ik ben het er niet mee eens.

Toegankelijkheid versus platslaan

Een argument tégen toegankelijke taal dat ik vaak hoor, is dat het alle nuance uit een tekst haalt. En dat het oversimplificeert. Denk aan politici die complexe vraagstukken reduceren tot pakkende oneliners. Of marketing die een oplossing voor alles belooft, terwijl de werkelijkheid weerbarstig blijft.

Alleen hebben we daar een andere omschrijving voor: de realiteit platslaan.

Toegankelijke taal gebruiken betekent niet dat je de werkelijkheid mooier of makkelijker maakt dan ze is. Het betekent dat je moeilijke dingen begrijpelijk uitlegt. Zonder onzin. Zonder opsmuk. Met respect voor de intelligentie van je lezer.

En juist dát is het verschil: eenvoudige taal erkent de complexiteit, maar maakt het toegankelijk. Oversimplificatie ontkent de complexiteit en doet alsof alles simpel is.

Not dumbing down, but opening up

Wat ik ook vaker hoor: mensen met een universitaire opleiding vinden toegankelijke taal te betuttelend. Onzin. Toegankelijke taal wordt beter gewaardeerd door iedereen, ook door mensen met bijvoorbeeld een universitaire opleiding. Of zoals Sarah Winters, pionier van de contentdesign-aanpak, het zo mooi verwoordt: “It’s nog dumbing down, it’s opening up.”

Denk eens aan jezelf. Als je moe bent na een lange werkdag. Als je gestrest bent door persoonlijke omstandigheden. Als je haast hebt en snel iets moet regelen. Wil jij dan ambtelijk geformuleerde zinnen van minimaal 3 leesregels? Nee, dan wil jij ook gewoon duidelijkheid.

Beperkingen zijn geen uitzondering. Het is een diverse regel die voor ons allemaal geldt, op verschillende momenten en in verschillende mate. Sommige mensen ervaren die beperkingen blijvend. Anderen tijdelijk. En soms is het gewoon een kwestie van de situatie waarin je je bevindt.

Toegankelijke taal helpt niet alleen specifieke doelgroepen, zoals mensen die laaggeletterd zijn. Het helpt iedereen.

Leesvaardigheid neemt af

Máár: alleen eenvoudiger communiceren is niet genoeg. We moeten ook werk maken van de andere kant. Van het enthousiast maken van mensen voor taal en lezen.

Want het klopt: leesvaardigheid neemt af, vooral onder jongeren. En dat is een probleem, omdat de wereld om ons heen steeds complexer wordt. Je hebt gewoon meer leesvaardigheid nodig om mee te kunnen komen. Laat staan om je onder te dompelen in het oeuvre van een pakweg Harry Mulisch.

Er is maar één manier om daar iets aan te doen: lezen. Rustig lezen. Niet scannend door korte berichtjes scrollen, maar echt de tijd nemen voor tekst. Het liefst van papier, want dat is beter voor je leesvaardigheid dan lezen vanaf een scherm.

Niet gelijk in het diepe

Maar hoe krijg je iemand die lezen moeilijk of zelfs eng vindt, zover dat-ie een boek oppakt? Je gooit iemand zonder zwemdiploma toch ook niet gelijk in het diepe?

Het antwoord: zorg voor een tussenstap. Boeken die aansluiten bij de leeftijd en belevingswereld van de lezer, maar dan op een passend niveau. Volwassen verhalen in begrijpelijke taal.

Je moet mensen niet alleen aan het lezen krijgen. Je moet hun wereld openen. Laat ze zien hoe divers boeken kunnen zijn. Verbeter niet alleen hun leesvaardigheid, laat ze ook ontdekken wat er allemaal te lezen valt. Binnen hun mogelijkheden, op hun tempo. En met een aanbod dat past bij wie ze zijn.

Het mes snijdt aan twee kanten

We moeten dus het mes aan twee kanten laten snijden. Dat betekent:

1. Blijven werken aan begrijpelijke communicatie

Vooral de overheid en andere publieke organisaties hebben hierin werk te doen. Want als je als overheid voor iedereen toegankelijk wilt zijn, dan moet je communicatie ook voor iedereen begrijpelijk zijn. Dat is geen extraatje, maar een basisvoorwaarde voor goede dienstverlening.

En aan die basisvoorwaarde voldoet de overheid nog altijd niet. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de Monitor Begrijpelijkheid overheidsteksten 2022.

2. Zorgen dat mensen gaan lezen

Via scholen, bibliotheken, buurtcentra, bij mensen thuis. Maak lezen leuk. Maak het toegankelijk. En doe dat op een manier die past bij mensen.

Zoals Ralf Beekveldt van uitgeverij Eenvoudig Communiceren het mooi verwoordt: “In de toekomst gaat het niet om een verschil tussen wat je wel of niet aan bezit hebt. Het gaat om het verschil tussen mensen die zich door leesvaardigheden wel of niet makkelijk kunnen redden in een digitaal tijdperk. Zorg ervoor dat mensen gaan lezen, want kansenongelijkheid ontstaat daar.”

Duidelijker communiceren is geen excuus om mensen niet te hoeven stimuleren in hun leesvaardigheid. En mensen stimuleren om meer te lezen is geen excuus om onduidelijk te blijven communiceren.

Geen eindstation, maar vertrekpunt

Als we alleen vereenvoudigen, lossen we wel het probleem van nú op, maar niet dat van morgen. En als we alleen inzetten op leesvaardigheid zonder duidelijk te communiceren, sluiten we mensen uit die het nu al moeilijk vinden.

Dus ja, communiceer eenvoudig. Maar zie dat niet als eindstation. Zie het als vertrekpunt. Van waaruit mensen zich verder kunnen ontwikkelen. Van waaruit ze kunnen ontdekken. Van waaruit ze kunnen groeien.

De boeken van Harry Mulisch lopen heus niet weg.

Foto Jeroen Schalk

Over Jeroen

Freelance webredacteur en UX-writer. Helpt redacties en communicado’s aan betere content(processen). Benut de kwaliteiten van autisme. Toegankelijke, begrijpelijke en bruikbare content voor iedereen. Mister Microcopy.